8 september 1989 – 14.05

Kinderen, gaarne wil Ik U Mijn dankwoord uiten, omdat U aan Mijn laatste Advies gehoor hebt gegeven.
Doch niet allen hebben Mijn Raad opgevolgd. Zei de Stem van uw geweten soms, dat dit Mijn Woorden niet konden zijn ?
Hoe durft gij dan te zeggen, dat U wel gelooft in Mijn Verschijnen hier ?
Als ge uw belofte wilt nakomen moet ge ook eerlijk in uw uitspraak zijn. Heb Ik niet alles voor U gedaan om gehoor te geven aan uw smeekbeden ?
Waarom liet het U koud en wilde Mijn Oproep liever ontwijken ?
Ben Ik niet overduidelijk geweest in Mijn Uitspraak, om de Vijf Grote Openingen van Het Gemartelde Lichaam van Onze Zoon Jezus aan te halen ?
Waarom liet U ook Hem in de kou staan ?
Wee de ziel die niet naar God hongert ! Zij gelijkt op een door langdurige droogte, verdord aardrijk. Leven zonder Hem te beminnen, is de Bron des Levens in zich laten uitdrogen; weigeren zijn leven aan Hem toe te wijden is sterven.
Allen vormen jullie een lichaam met al de ledematen en Christus is daarvan Het Hoofd.
Bij het Laatste Avondmaal sprak Hij : “Die Mijn Vlees eet en Mijn Bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem “. De eerste Vrucht der H.Communie bestaat daarin dat Zij U doet leven het Leven des Heren; de tweede, dat Zij dat leven in U onderhoudt; en de derde dat Zij het Eeuwigdurend maakt.
Als Jezus in U blijft is het ook onmogelijk, dat gij niet bovennatuurlijk leeft en als dit bovennatuurlijk leven in u voortduurt, is het zeker, dat het in den Hemel zijn voltooiïng zal erlangen.
Deze gedachte moest voldoende zijn om u vast aan Het Heilig Sacrament te verbinden.
Als U dikwijls tot Jezus wilt naderen maak er dan ook een gewoonte van om bij tijd en wijle een goede Biecht te spreken, want ook dit is een Sacrament.
Kinderen, bidt vurig voor Uw Regeringsleiders, dat zij de Wet gebiedt op te houden met het aborteren van de meest onschuldige mens.
Allen, die nu op de wereld verblijven, hebben het leven ontvangen, maar van hen wordt ook verwacht om diezelfde liefde, welke zij van hun Ouders kregen, over te dragen op hun nakomelingen.
Geboorte ! Nieuw leven ! Hoe wonderbaarlijk is Gods Schepping.
Als gij, lieve kinderen, in nood verkeert, ga dan naar de Herder die nog luisteren wil. Want hij zet zijn naarstige schreden nog naar de mens welke niet verder wil leven.
Waar vindt ge hem nog ? Hij leeft onder U ! Gij kent hem, doch men verwijt hem voor te gaan tijdens deze Gebedsdienst.
Bidt daarom vooral voor zijn belagers. Zij willen Mij niet erkennen als Het Licht van Davids Zoon en proberen Mij van deze plaats te verdringen, doch de aartsvijand bezit te weinig kracht om Mijn Weg hierheen te versperren.
Overal zal Ik U blijven volgen, als gij tesamen de brug vormt waarover Ik Mijn Voeten wil plaatsen.
Als gij in nood verkeert aan U zelve of een van uw dierbaren zal Ik er zijn om U te helpen. Daar staat alleen tegenover een diep Geloof en een onwankelbaar Vertrouwen, niet tegenstaande de grove laster die men over deze Verschijningsplaats verspreidt.
Vraag daarom, doet het nu, Ik luister !
Gaarne wil Ik Mijn Handen laten gaan over allen wanneer Mijn goede trouwe Priesterzoon met de zijne, die Gezalfd is, Zegent.
Dank voor uw milde gave en bloemen.
Ik deel U Gods Genade mede. Dag !

Aanmelden voor de nieuwsbrief