28 juni 1981 – 15.50

Mijn kinderen gij hebt geluisterd en gehoord naar de ernst van Mijn
Boodschappen. Het lag ook in Mijn voorbestemming, dat deze woorden die
Ik tot u allen gesproken heb, niet eerder voorgelezen werden dan juist
voor de aanvang van het andere Rozenhoedje, opdat gij weten zoudt hier,
dat de ernst van de Boodschap ook een belangrijke droefheid inhield. Gij
hebt voordien gezongen tot Mij opdat Ik u zou aanhoren. En zie, hier is
dan jullie Moeder ! Velen hebben begrepen, dat het nieuws over vele
dorpen en steden is verspreid nu Ik opdracht gaf dit te laten
publiceren. Zegt u deze Boodschap nu genoeg, nu gij ze nog, voordat Ik
tot u zou komen, horen zoudt ? Het heeft het Heilig Hart van Jezus diep
getroffen, want als men de Moeder op het Hart trapt, dan staan Haar
kinderen in het gareel en toch zeker Jezus Onze Zoon. Jammer genoeg moet
Ik Mij er voorlopig aan houden, dat er nog geen enkele zegening zal
plaatsvinden. Ook de geur die u thans denkt waar te nemen is van de
zegening der kaarsen heden voormiddag te elfder ure. Ik wilde toch u
allen blijk geven van Mijn Moederliefde, omdat Ik meer van u allen houd
dan gij weet. Waarom zouden de gedachten van een moeder niet voortdurend
bij haar kinderen zijn en zeker de Moeder Die allen toch Haar kinderen
mocht ontvangen bij het afsterven van Onze Zoon Jezus. De Hemel weet,
dat er nog veel kritiek geleverd zal worden en het nieuws zal dan ook
danig verspreid worden. Daarom wil Ik uw aller harten treffen om toch
vooral voor Mij en Mijn dochter Elisabeth op te komen. Want groot lijden
en strijd staan haar nog te wachten. Wanneer opnieuw Elisabeth voor u
allen zal worden afgezonderd weet ge ook, dat uw gebeden daarvoor
belangrjk zijn. Maar bidt ook voor haren echtgenoot en raadsman Jacobus
en haar geestelijke leider, die een goede Priesterzoon is. Wie durft in
het Nieuwsblad te laten schrijven, dat deze werkelijk een dienaar Gods
is die het H.Misoffer nog durft op te dragen naar behoren ? De meesten
van u kennen hem nog niet, omdat hij zich liever nog wat afzijdig houdt
van een groep, om het Bisdom daardoor te kennen te willen geven, dat hij
luisteren wil alvorens hem dat wordt opgelegd. De gedachten aan de
H.Jozef, Die gij toch Vader Jozef noemen zult, heeft ook grote zorgen om
de minachting die men over Zijn Bruid Maria geeft. Maar Ik weet, dat u
door uw aller gebeden nog grootser zult opkomen dan voorheen. Blijf
daarom ook steeds het gebed bidden tot hem wat Ik u gaf om te bidden op
zijn voorspraak. Binnen zeer korte tijd zal ook het Goddelijk Hart van
Jezus een gebed worden toegekend om dit door Uw Moeder te laten
verspreiden, want Hij is nog altijd : Het Hart dat regeert ! Christus
zal dan ook overwinnen en ga dan in vrede, dan zal Ik u nu allen de
zegen geven. Kniel dan zover gij kunt ! Nu spreid Ik dan Mijn Mantel
over u allen uit om u te sluiten en te leggen aan Mijn Moederhart door
de genade en zegen van de Vader, Zoon en H.Geest ! Ik zeg u allen dank
en groet u, maar vraag u allen wederom hier terug te keren om te bidden
en de zegen van Uwen Heer te mogen en te kunnen ontvangen. Dag kinderen.

Aanmelden voor de nieuwsbrief