Maria geeft de “gave van geneeskracht”

Eens stelde Berdina Vercammen uit Luyksgestel de vraag of zij werkelijk de gave van geneeskracht bezat en of het mogelijk was dat Maria haar hiervoor een gebed zou geven. Berdina had al bij veel mensen pijnen mogen wegnemen of genezingen mogen bevorderen door de oplegging van haar handen. Van haar moeder had zij ook speciale gebedjes voor brandwonden en het laten verdrogen van wratten. Deze hielpen nagenoeg altijd. Op 19 januari 1978 bevestigde Maria dat zij de ‘gave van geneeskracht’ reeds langer bezat en gaf haar in het antwoord tevens een persoonlijk gebed om tijdens de handoplegging te bidden.

 

In de loop der jaren hebben meerdere personen om een gebed gevraagd met het verlangen om daardoor zieken te mogen helpen. Meerdere personen dachten of hoopten deze gave ook reeds te bezitten. Volgens de antwoorden bleek dit slechts zelden zo te zijn. Op 30 augustus 1979 lezen we in een Boodschap hierover: “Doch hoevelen menen, dat zij, misschien door toepassing van handoplegging, ook zij vanzelfsprekend de gave bezitten. Volgens anderen hun mededelen weten zij zich verzekerd dat zij deze gave bezitten. Men spreekt zelfs, dat er geen twijfel mogelijk is. De zieken zijn toch genezen, of kan dit toeval zijn? Bij God is geen toeval, maar geeft vaak de genezing door hun groot vertrouwen. Hij wil dit niet onbeloond laten, vandaar dat er dan ook mensen genezing vinden of althans de pijnen kwijt zijn die hun misschien jaren bijbleven”.

 

Er zijn personen geweest die een gebed hebben gekregen maar door een afvallige levenswandel of om andere redenen hun gave weer kwijtgeraakt zijn. Zo lezen we in diezelfde Boodschap van 30 augustus 1979: “De gave die Ik eens gegeven heb, kan Ik wederom ontnemen en weer teruggeven als het Mij belieft” en “…Weet wel dat men de talenten niet met geld kan aanwerven maar alleen omdat de Vader u daarvoor heeft aangesteld”.

 

De personen die een gebed met de gave van geneeskracht hebben gekregen noemt Maria bezielers. In een algemene boodschap heeft Maria hierover als volgt gesproken.

 

08.12.85  Een bezieler bezit de gave van geneeskracht des Hemels en niet van nature.

 

Wanneer iemand een Hemelse geneeskracht bezit is hij een bezieler. Hij heeft de gave van een bezielende functie, gave van geestelijke bijstand in nood, gave van liefde voor zijn medemens. Zoek deze mens op, want hij bezit de gave van geneeskracht des Hemels en niet van nature.

Wanneer gij op deze Mijner Woorden let en er rekening mee houdt, hebt gij de vrede gevonden en gij zult ervan genieten.

Aanmelden voor de nieuwsbrief