8 september 1985 – 02.30

Mijn kinderen, brandend van liefde richt Mijn Moederhart Zich tot u.
Ziet het leed in de wereld, dat door moordenaarshanden verricht wordt.
Het Hart van Jezus, Mijn Zoon, Dat op een nog wreder en smartelijker wijze gewond wordt, door de ongetrouwheden en de weerstandbiedingen aan Zijn Liefde. Het Hart, Dat niet geschroomd heeft eeuwig gewond te blijven tot een altijddurende getuigenis van de overmaat Zijner Liefde jegens u !
Geef u over aan de gevoelens, welke deze gedachten bij u opwekken. Het Hart des Heren, de Waarachtige Schat des Hemels, behoort u toe! Het is door een lans geopend. Men ontdekt het binnenste des harten door de wonden des lichaams, zou men dan door een zo diepe en wijde wonde het edelmoedig Hart van Jezus niet kunnen zien ?
Al het Bloed dat Het bevatte heeft Het vergoten om u te doen begrijpen, dat het niet genoeg is Zijne Liefde alleen door gevoelens aan den dag te leggen.
Geheel uw leven moet een betuiging zijn van uw liefde tot het Heilig Hart van Jezus. Denk dikwijls aan de liefde die het Hart van Jezus u betoont en aan de bijzondere bewijzen welke gijzelf van deze liefde hebt ontvangen.
Zie Uw Koning komt tot u ! Want reeds bij Mijne Geboorte was Hij al bij Mij. Want de Schoot waaruit Ik geboren werd moet reeds aan lichtstraal geweest zijn van de Majesteit Gods. Want Mijn Moeder baarde Het Kind, dat eens de Verlosser der Wereld in Haren Schoot deed ontspruiten.
Wanneer gij over de waarde van een smeekbede nadenkt, ligt het voor de hand, dat men zich te binnen roept, tot wie men dit gebed richt. Dit mag dan ook het allervoornaamste heten.
Richt u tot God in al uw smekingen, dat wil zeggen, in alle noden die u Hem kenbaar wilt maken. Alles wat in het leven gebeurt moet in dienst staan van dit ideaal uwer persoonlijke vervolmaking en heiliging.
Maar al te zeer is de mens geneigd te steunen op zijn eigen hoedanigheden en talenten, op zijn welgeslaagde ondernemingen, op de vrienden hunner achting en waardering.
Vaak vraagt God van u een offer.
Misschien heeft uwen medemens u nodig, ondersteun hem dan door uw gebeden en bijstand. De bedoeling hiervan is niet, dat u overtollig werk gaat verrichten, maar dat u alleen in de uiterste nood deze mens op weg helpt om zelf verder te kunnen gaan.
Hierdoor groeit in u het levendig besef, dat een enkel fiat : “Heer het is goed” , tegenover alle kruisjes van iedere dag en ook tegenover die van de toekomst voldoende is om u schatten van vrede, van kalmte en rust hier op aarde te verzekeren.
Misschien dat dìe vrede niet het onmiddelijke gevolg is van deze acte van overgave, maar stellig zal zij u een zuivere vertroosting doen smaken bij al uw lijden en bij al uw vrees.
Die kalmte en die rust zullen ook voortdurend groeien.
En zo wordt deze gelegenheid tot tal van fouten ook omgevormd tot een bron van vrede en liefde.
U komt misschien in aanraking met iemand voor wie men een wel niet gewilde, maar toch sterke antipathie gevoelt. Er is wellicht verschil van aanleg of van opvoeding, in ieder geval verschilt men blijkbaar bij iedere gelegenheid in opvatting, smaak en oordeel. Taal en uitdrukking van die ander mishagen u. Nog meer zijn gedragingen en manieren.
Hier krijgt de echte naastenliefde haar mooiste kansen.
Nu kan men zonder de natuur te hulp te roepen, zich oefenen in geduld, verdraagzaamheid en welwillendheid. Dit wordt een terrein van onophoudelijke overwinningen, het is een rijke oogst van vruchten en het bijeen verzamelen van een onmetelijke schat.
Hier dwingt als het ware het voortdurend “fiat” ook de voortdurende inwendige vrede af.
En evenzeer geldt dit voor sommigen, die zich bezorgd maken over de toekomst. Als dit of dat gebeurde, wat zou er dan van mij terechtkomen ? Ik weet het niet en ik wens het niet te weten zegt je hart misschien.
Het zou in ieder geval zeer jammer zijn zich uit die staat van overgave los te maken, die u doet leven in een bewuste, algehele en volstrekte afhankelijkheid van God. Maak geen onnodige bekommernissen om de toekomst of zelfs om de dag van morgen.
Hij zal voor alles zorgen, als wij ons aan Hem toevertrouwen.
De dag van morgen heeft aan zichzelf genoeg. Gij moet niet uw eigen voorzienigheid willen zijn; die zal u nooit leiden tot innerlijke vrede.
Uwe voorzienigheid is blind en onrustig, die van God is vol Goddelijk Licht, ze is veilig en vol liefde. Wie de vrede wil, moet afstand doen van alle angstige gejaagdheid.
Hij Die ons heeft geschapen en ons een taak heeft toevertrouwd, staat ons met Goddelijke Kracht bij in al het tijdelijke. Hij zal helpen in al uw geestelijke bekommernissen en zal ook zorgen voor onze eeuwige belangen. Wat Hij van u vraagt is overgave, de aanvaarding van Zijn Heilige Wil, dus ook Zijne Heilige Voorzienigheid. Dit is het afstaan van zichzelf en het rekenen op Gods Goedheid.
Daarom is God zo zeer bereid tegemoet te komen bij alle nood, omdat men alles aan Hem overlaat, om Hem in Zijn oneindig heerlijk Wezen te verheerlijken. Hierdoor erkent men immers Zijn Souvereine Heerschappij, Zijn Macht, Zijn Wijsheid, Zijn Goedheid en Barmhartigheid en geheel Zijn oneindige Volmaaktheid.
Bidt, bidt veel en niet alleen dat schamele Weesgegroetje, maar bidt tot God om vrede en welzijn voor de gehele wereld.
Ik zal u indachtig blijven als gij Mij blijft volgen.
Dag kinderen !

Aanmelden voor de nieuwsbrief