5 februari 1979 – 20.10

Mijn Zoon Jezus is Gestorven voor alle mensen, voor de goeden en degenen, die zich van Ons afkeren. Daarom vraag Ik u allen, blijf uw wederliefde geven. Blijf toezien of een mede-broeder behoeftig is. Blijf toezien of er ergens nood is, die wellicht gelenigd kan worden.
Zeg niet, dat ieder maar voor zichzelf moet zorgen of dat God maar op moet komen, omdat Hij ze uiteindelijk toch geschapen heeft. Neen, blijf helpen, zoveel gij kunt en blijf niet reddeloos toezien.
Ook hier op de aarde zijn kinderen, die door velen verlaten zijn, die niemand om zich hebben en die maar moeten afwachten totdat er hulp komt opdagen.
Laat het zover niet komen en steek een reddende hand naar hem uit, omdat hij zelf niet bij machte is de hand zelf aan de ploeg te slaan.
Mijn kinderen, gij weet, dat uw Hemelse Moeder ook alles doet om Haar kinderen het geluk te geven; doet gij het wederkerig, dan zult gij loon naar werken krijgen.
Mijn kinderen, weet, dat de gezagsdragers van de Kerk het moeilijk hebben.
Toch zullen zij, door jullie gebeden, worden gesteund en geholpen door de Goddelijke Voorzienigheid.
Weet ook, dat de Paus het moeilijk heeft, vooral door zijn ondergeschikte dienaren, die tweedracht willen zaaien onder elkaar.
Uw Opperherder heeft recht op jullie steun. Waarom zoudt ge dit kunnen weigeren?

Aanmelden voor de nieuwsbrief