2 juni 1983 Р03.00 Xhoffraix РBelgië

Mijn dochter, alhoewel gij heden nog in een ander land verblijft, wens Ik toch gaarne het Woord te richten naar wat al Mijn kinderen aangaat.
Na het wonder der broodvermenigvuldiging had Jezus Zich wederom naar Kafarnaum begeven.
De Joden, die Hem bij het vallen van de avond verlaten hadden, zochten Hem weder op den berg en Hem d√°âˆš°r niet vindend, keerden zij naar Kafarnaum terug.
Jezus nam uit die begeerte waarmede zij Hem volgden aanleiding om over het Hemels Voedsel, dat Hij voor de mensen bestemd had, te spreken. Eerst beantwoordde Hij verschillende vragen die zij tot Hem richtten. Wat moeten wij doen om de werken Gods te verrichten?
Vóór de H.Communie moet ge deze vraag aan uzelve stellen met het oprecht verlangen om God te verheerlijken, tot Jezus richtend ook zeggen : Wat zal ik voor Jezus doen die Zich heden aan mij wil schenken ?
Het voortreffelijkste werk van Gods Hand is de H.Eucharistie.
Afgezien van de H.Communie, die het einddoel is van dit Sacrament, woont ge dan ook Het Allerheiligste Offer, de H.Mis bij.
Telkens wanneer gij ter H.Tafel nadert schenkt Jezus u Zijn Eigen Vlees en Bloed en doet dit met ziel en lichaam, met mensheid en Godheid.
Uwerzijds moet gij u met een levendig geloof, met een van dankbaarheid doordrongen ziel, met een ootmoedig, rouwmoedig, aan Gods Wil overgegeven hart tot Hem begeven.
Uwen Zaligmaker is niet met vruchteloze gevoelens tevreden.
Hij wil, dat gij iets doet om u tot de H.Communie voor te bereiden en niet vluchtig uw handen ophouden en uw ogen naar alle richtingen laat gaan wanneer gij u naar uw plaats begeeft.
Herinner u bij het nuttigen van de H.Communie, dat Jezus Christus het Heilig Sacrament des Altaars onder de gedaanten van brood en wijn heeft ingesteld om u een altijddurend afbeeldsel van Zijn Lijden na te laten. De tarwekorrels worden gemalen en tot brood gekneed, de wijn komt voort uit de onder de wijnpers platgedrukte druiven.
Aldus werd het Lichaam van Jezus gedurende Zijn Lijden gebeukt, met voeten getreden en dermate verbrijzeld, dat het Bloed uit al de openingen Zijner Wonden vloeide.
Desgelijks wil ook God, dat gij bij de Sacramentele deelname aan het Heilig Offer, Zijn folteringen en versmadingen gedachtig zij, uwen geest met de bittere smarten van Zijn Lijden voede, uw hart door oprechte boetvaardigheid vermorzele ; Hij wil zelfs, dat gij erin toestemt veracht te worden, ja, dat ge u met voeten laat treden indien dit Zijn Wil is.
Veel hebt gij gebeden in de afgelopen maand van het jaar 1983 tot Uw aller Hemelse Moeder. Nu zijn de dagen gekomen, dat gij meer tot Jezus zult gaan. Jezus heeft Zich aan u gegeven om in uw ziel de leegte aan te vullen die de dood van dierbaren daar heeft achtergelaten en u in het leed, met dit leven onafscheidbaar verbonden, te troosten.
Zorg er in deze uwe verlatenheid voor, niet enkel op de bevordering van uw eigen zieleheil bedacht te zijn, zonder u om het eeuwig welzijn van anderen te bekommeren.
Niet alleen voor vrienden moet gij uw gebeden tot God richten, maar ook voor hen die zich met enige haatgevoelens van u hebben afgewend. Gij kunt dit niet ?
Bezit gij de moed niet om u te overwinnen ? Heeft Jezus in het uur van sterven niet voortdurend tot Zijn Vader gebeden voor Zijn vijanden ?
Tijdens Zijn Doodsstrijd bad Hij nog : Vader vergeef het hun !
Men had Zijn Heilig Lichaam verminkt en Zijn Geest willen vermorzelen.
Zijt u ook geslagen, gegeseld, met doornen gekroond ?
Zie op naar Hem want Hij leed voor alle mensen, maar ook voor jou Mijn kind ! Hij kent geen haatgevoelens, al persten de beulende mensheid al Zijn Bloed uit Zijn Heilig Lichaam. En toch, toen zelfs Zijn Tong geheel was uitgedroogd, hoorde de menigte Zijn liefdevolle verzuchtingen tot Zijn Vader : “Zij weten niet wat zij doen”! Wat een liefde voor zulk een wreed volk.
Daarom vraag Ik u Mijn kinderen : draagt elkander geen haat toe, want de tijd dringt, dat u het goed kunt maken !”
Leef niet langs deze mens heen, maar help hem zijn kwade neigingen om te buigen door middel van uw verzuchtingen tot het Aanbiddelijk Goddelijk Hart. “Heer reken hem deze zonden niet toe !”
Dan zult ge dit H.Hart in vrede dienen.

GEBED

O Jezus, ontsteek in mij het vuur Uwer liefde, opdat ik, door dat vuur ontvlamd, U voor de mensen belijde door mijn woorden en door mijn handelingen.
Moge dat heilig vuur mijne werken reinigen, mijn hart vervullen en mij met een blakende ijver bezielen in al mijn doen en laten !
Laat niet toe, dat ik den liefdeband, die mij met U verbindt, ooit verbreke.
Maak mij steeds oplettender op de zuchten van Uw Hart, opdat ik alles aanwende om de kennis van U en de liefde tot U op aarde te bevorderen.
Deo Gratias.

Moge de Heer met u allen zijn en geef Hem dan vandaag alle liefde die in u is.
Ik zegen allen en groet u !

Aanmelden voor de nieuwsbrief