24 november 1985 – 14.30

Mijn opdracht is onder de kinderen der mensen te vertoeven. Hun te leren en te wijzen wat goed is om het eeuwig leven te verwerven.
Er is geen mens die niet zijn eigen moeder liefheeft of die niet beseft, dat hij aan haar veel te danken heeft en niet gaarne iets voor haar zou willen doen. De moeder brengt in het menselijk leven zo dikwijls de hoognodige opbeuring, troost en bemoediging; bij moeder is altijd een toevlucht te vinden.
Als iedereen een arm verdwaald mensenkind veracht omdat het zo gruwelijk misdeed, is zijn moeder de eerste, misschien de enige, om niet met terughoudendheid, maar met liefde dat kind weer op te nemen, het te verontschuldigen en ondanks alles haar goedheid en tederheid te tonen op allerlei wijze. Al wat van de aardse moeder ooit gezegd is door hen die haar beminden, vereerden en uitbundig prezen, geldt in hoge mate van jullie Hemelse Moeder.
Maria Die jullie vereren en tot Haar bidden heeft het hart van een moeder, maar ook alle begaafdheid en rijkdom die een moeder sieren.
Reeds bij Mijn Geboorte werd Ik al bevoorrecht zoals niemand anders.
Ik werd de uitverkorene onder alle geslachten, toen de Hemel tot Mij het verzoek richtte, dat slechts tot aan menselijk wezen gericht kon worden en Jezus’ Woorden : “Ziedaar Uw Zoon, ziedaar Uw Moeder”, hebben Mij temidden van het lijden met Hemelse Schatten van genade en tederheid voor de mensen vervuld.
Een kind neemt bij alle angst of droefheid zijn toevlucht tot zijn moeder. Het moet u daarom gemakkelijk zijn vertrouwen te hebben op Uw Hemelse Moeder als gij overtuigd zijt, dat Zij goed is.
Ofschoon gij een Middelaar hebt in de Zoon Gods, is het noodzakelijk bovendien een Middelares te hebben bij Die Zoon, omdat gij Hem voortdurend beledigt.
Ik ben de redding der zondaars. De wereld zou reeds lang vergaan zijn als de voorspraak van Uw Moeder haar niet in stand hield.
Aan elke Christen worden bij het Doopsel de gaven en genaden van de Heilige Geest geschonken, die hem in staat stellen een waarlijk Christelijk, dat is Christusvormig, leven te leiden.
In de Mens Jezus Christus is als in de bron de volheid des Geestes aanwezig, zoals reeds de profeet Isaïas had voorspeld : “de Geest des Heren zal op Hem rusten, de Geest van Wijsheid en Verstand, de Geest van Raad en Sterkte, de Geest van Kennis en Godsvrucht en de Geest van de Vreze des Heren zal Hem vervullen.
Daar Christus het Hoofd is van Zijn Lichaam, de Kerk, deelt Hij die overvloed van de Geest mede aan Zijn Bruid en in Haar aan allen die door geloof en Doopsel met Hem verenigd werden.
De Geest van Jezus Die u werd geschonken is uw grootste Schat.
Hij is het die ons het besef van het Kindschap Gods verleent, die ons doet bidden met dezelfde onuitsprekelijke verzuchtingen die in Het Hart van Jezus opstijgen naar Zijn Vader.
Het hele leven is een Adventstijd.
Het is een wachten op de komst van de Messias, Uwen God en Verlosser: “heft uw ogen op, want zie, Uwe Verlossing is nabij”.
Zijt ge wel voldoende doorgedrongen in de zin van die vele gelijkenissen waarin de Meester Zelf spreekt over de waakzaamheid en uwen levensduur vergelijkt met een nacht die voorbijgaat, een waakstonde, een in het donker wachten op de komst van de Heer ?
Zo is uw leven. Het is maar voorbereiding, iets voorlopigs. Het moet een waakzaam uitzien zijn, een hoopvol verwachten en somstijds een smachtend en smartelijk verlangen. Dat is er het wezen van.
Als u meent dat het anders is bedriegt gij uzelve. Het aardse leven is een droom, de dood zal het ontwaken zijn, het begin der werkelijkheid.
Bidt kinderen, maar onderhoudt ook uw dagelijkse plichten. Als u daarnaast uw kinderen of uwen partner verwaarloost, heeft bidden geen enkele zin.
Als een Priester alleen maar bidt, maar de verloren schaapkens niet opspoort, of de vele in nood verkerende zielen niet bijstaat, is hij zijn ambt niet waardig. Hij heeft gekozen voor het Herderschap, Priesterzijn zonder rusten. Als hij die rust neemt, zal hij geen missionaris, noch ware Apostel zijn, doch de ware rust vinden als hij op pad gaat.
Hij die nog durft te zegenen na een gesproken schuldbelijdenis, Hij is degene waar Ik tegelijk Mijn Moederzegen bij insluit om u te brengen naar de genadeschat, de vrede uwer ziel. Dag !

Aanmelden voor de nieuwsbrief