15 augustus 1981 – 01.00

Allereerst breng Ik eenieder Mijn Moederliefde over en weet ook wie Mij
steeds groeten. Dit zal Ik nu wederkerig doen en zal straks, voor Mijn
opstijgen naar de Vader, alles zegenen met de zoete geur van Mijn Liefde
! Kinderen hoort gij Mij ? Luistert niet alleen naar Mijn woorden, maar
doe waarom Ik u vraag ! Onwillekeurig tracht gij alles wat u omringt aan
u te verbinden en vergeet misschien daardoor, dat Jezus altijd het
Middelpunt is van het Heelal. Ja het wezenlijke uitgangspunt tot hetwelk
iedere ziel, de gaven die zij heeft ontvangen, zo natuurlijke als
bovennatuurlijke, zonder ophouden moet terugvoeren. Verlang geen plaats
in het hart of in de gedachten der mensen. Beklaag u ook nooit over hun
onverschilligheden ! Hoogst naijverig als Uwen Goddelijke Verlosser is
op uw bijzondere vriendschap, verbiedt Hij een te grote gemeenzaamheid
met de mensen. De liefde welke gij uzelf en de schepselen toedraagt
zonder God tot laatste doel te hebben, wordt Hem ontnomen. Alle moeite
welke het geestelijk leven meebrengt ontstaat uit de tegenstrijdigheid
der liefde tot Jezus Christus en die, welke men zichzelve toedraagt, de
ene wint slechts veld ten koste van de andere. Als gij een onderzoek
instelt omtrent den aard uwer verlangens dan moet gij inderdaad
bekennen, dat gij de stofjes die door de winden worden weggevaagd, de
waterdruppels die de stralen der zon in damp doen vervliegen najaagt en
al uw geesteskrachten tot verkrijging dezer nietigheden verspilt. Maakt
gij niet voortdurend plannen om alles om u heen zo weelderig en
makkelijk mogelijk in te richten en elk ongerief te verwijderen ? Gij
zult zich afvragen : “Mogen wij dan nimmer meer geluk bezitten en alles
steeds opnieuw ontberen omdat een ander geen overtollige welstand heeft
?” Gij wordt door geen ruimte van de Heer gescheiden en toch zijt gij
nog verre van Hem verwijderd. Want gij meent de goede weg te bewandelen,
doch verkeert vaak in een modderpoel. Gij zijt u er reeds van bewust,
dat gij alles goed doet en uw medemens het spoor bijster is geraakt.
Daar gij een andere geloofsovertuiging bezit dan hij, die u het goede
voorhoudt, blijft gij steeds dwars en kortzichtig. Ziet gij soms met een
zekere minachting op anderen neder en verbittert gij hen niet door
ongepaste spotternij ? En wanneer gij wederkerig in de verbeelding over
uzelve werd gekrenkt, hebt gij dan geen broederlijke liefde, nuttige of
dienstige betrekkingen afgebroken of uwen geliefde verguisd en in de
steek gelaten of zijt gij niet neerslachtig of moedeloos geworden ? Gij
meent Uwen Heer reeds ontmoet te hebben, doch maak uzelf niets wijs,
want Hij zal pas wederkeren als de aarde gezuiverd is. Vele eeuwen lang
verlangde men reeds met smart naar de beloofde Verlosser, al is Hij dan
alomtegenwoordig in de gedaante van het geconsacreerde Brood. Alleen
door de H.Communie woont Onze Heer in uw ziel, die het leven uws
lichaams is. Gij kunt dan met waarheid zeggen : “Ik ben de levende
tempel Gods !” Jezus heeft in het H.Sacrament Zijn Almacht getoond, niet
om uw zinnen te bedriegen, maar om ze in bedwang te houden; niet om uw
rede in opstand te brengen, maar om ze te onderwerpen en u gelegenheid
te geven uw geloof te beoefenen, door zich nog meer te verbergen in het
binnenste van uw hart. Voor redeneren laat Hij geen ruimte meer over.
Het Geheim des Altaars is een afgrond, welke diepte noch Engelen noch
mensen kunnen peilen. Meermalen zoekt gij troost bij de mensen die ze u
niet kunnen of willen geven. Wordt uw hart niet verlicht als gij het
opent voor een mens die hunkert naar jouw liefde, naar een beetje begrip
? Verschuilt gij uzelve niet veeleer achter een donkere wolk die u alle
moed beneemt. Waarom ziet gij niet op naar het Licht waarmee Ik u omgeef
? Ik ben gekomen om u te helpen niet de verkeerde wegen te blijven
bewandelen. Waarom hebt gij Mij gezocht en ook gevonden ? Omdat Ik
wenste, dat gij mededeelzaam wordt aan Mijn geluk. Valse profeten zullen
tijdelijk opstaan, doch zij zullen zichzelve afbreken omdat de
boomstronk verkeerde sappen opzuigt. Een goede vrucht zal kenbaar zijn
als zij ongeveinsd is en geen bedrog in zich heeft. Bidt de Heer, dat de
Engelen u mogen behoeden voor de verblinding waarin de zonde u kan
storten. Hij zal uw ziel verlichten met de stralen Zijner Godheid, opdat
zij Hem, de Bron van alle goed, al haar liefde schenken zal. Omdat Ik u
allen liefheb, heb Ik deze aarde bezocht, want Ik wil u wijzen en voeren
naar de weg die naar Christus leidt. Ducht al het lijden en de offers
die over u komen, want wetend dat het een middel is om Hem, Die de
Schepper is van al het bestaande, met een zuivere liefde te beminnen,
moet gij uwen wil breken en alles aannemen wat Hij u oplegt. Wordt na uw
tegenslagen nimmer moedeloos. Gij kunt ze uitwissen door tranen van
berouw en de zielen die altijd de onschuld bewaard hebben zelfs in
verdiensten overtreffen, wanneer gij ze overtreft door uw vurige liefde
tot Jezus Christus. Met alle Engelen en Heiligen des Hemels wil Ik u het
licht laten schijnen, zodat gij uw voet niet stoten zult aan enig
onheil. Luister dan naar het Barmhartige Hart van de Vader, Die door de
liefde van de H.Geest het Woord onder u liet komen. Die op Zijn smekend
verlangen Zijn Moeder zag opstijgen tot bij de Troon van de
Allerheiligste Drievuldigheid om Haar te laten zijn voor u de Middelares
van alle Genade, waardoor Ik u zegenen mag.

Aanmelden voor de nieuwsbrief