12 augustus 1984 – 14.25

Vooruitlopend op Mijn feestdag wil Ik vandaag wederom Mijn Woord tot u allen richten.
Zijt gij bevreesd Mijn kinderen door anderen gezien te worden dat gij deze plaats benadert ? Zijt gij bang dat men u met de vinger nawijst ? Waarom huivert gij bekentenis te doen van uw geloof in Mijn verschijnen op deze plaats ?
Ook de Heer werd nagewezen en uitgejouwd toen Hij Magdalena de kans gaf om zich te reinigen, maar Hij liet de menigte begaan omwille van éne ziel.
En tot wie zou Hij gesproken hebben om vanuit de boom naar beneden te klimmen, daar Hij in diens huis wilde verblijven ?
Die mensen, die rondom Hem stonden, begonnen te morren omdat Hij de Farizeers najoeg.
Ook Ik ben gezonden, evenals Mijn Zoon Jezus, door Zijn Vader.
Ik ben gekomen om liefde te geven en te verspreiden voor alle mensen. Ik voel het als moederplicht elkeen te waarschuwen, dat de tijd dringt om uw leven te beteren. Als gij uw zoon of dochter, uw zuster of broeder of welke evennaaste dan ook, tot het goede wilt aansporen, daar ge dit als gelovige mens verplicht zijt, moet ge eerst met uzelf beginnen.
Heb steeds veel naastenliefde !
Daardoor maakt u zich God tot Vriend. Hoe onbaatzuchtiger u bemint, des te dichter zult u God naderen.
Smeek God om de genade van het ware berouw uit liefde.
Het is de sleutel tot Gods Hart !
Ziet op naar Het Kruis waaraan Jezus hangt en aanschouw met leedwezen Zijn doorboorde Handen en Voeten.
Leg uw mond op de Heilige Wonden van Zijn Zijde, waaruit het Allerkostbaarste Bloed geperst werd, dan verenigt ge Zijn Lijden met het uwen.
Zorg dat ge altijd uw Rozenkrans bij u hebt, waar u ook bent of in welk land u ook vertoeft, neem de Heer mee, het is voor u de veiligste brug tot het Hemelse Vaderhuis. En een met aandacht verricht schietgebed : “Mijn Jezus barmhartigheid “, is een steen aan deze brug waarover u in de Zaligheid van de Heer zult binnengaan ! En als het voor u moeilijk lijkt deze weg te gaan, roep Mij dan bij Mijn Naam en Ik zal u tegemoettreden.
De Hemelse Vader heeft Mij gekozen tot Koningin van elke christen, van elke mens.
Mijn heerschappij kent geen grenzen naar tijd of naar ruimte.
In Mijn Hart heeft God Zelf den haat tegen Satan gelegd, onmetelijk als Mijn liefde voor God en voor de zielen waarvan hij de hoofdvijand is.
En Mij heeft Hij gemaakt tot de sterke Vrouw, machtig als een gans in slagorde geschaard leger, in staat door Mijn genadekracht zijn verwoedste aanvallen te breken en te regelen.
Wees daarom niet bang zolang ge Mij bij Mijn Naam durft te noemen, want als ge alleen maar “Moeder” roept zal de vijand u niet deren.
En naast de macht van elk Mijner Priesterzonen wil Ik Mijn Zegen naast de hunne geven en groet u allen vanuit deze ruimte met Mijn biddende kinderen om Mij heen. Salve !

Aanmelden voor de nieuwsbrief